124

nieuws

De grootte van de inductantie wordt bepaald door de diameter van de inductor, het aantal windingen en het materiaal van het tussenmedium. De fout tussen de werkelijke inductantie en de nominale waarde van de inductantie wordt de nauwkeurigheid van de inductantie genoemd. Kies de juiste nauwkeurigheid op basis van de werkelijke behoeften om onnodige verspilling te voorkomen.

Over het algemeen vereist de inductantie die wordt gebruikt voor oscillatie een hoge nauwkeurigheid, terwijl de inductantie die wordt gebruikt voor koppeling of choken een lage nauwkeurigheid vereist. Voor sommige gelegenheden die een hoge nauwkeurigheid van de inductie vereisen, is het over het algemeen nodig om de inductie zelf op te winden en te testen met een instrument, door het aantal windingen aan te passen. De positie van de magnetische kern of ijzeren kern in de inductor wordt gerealiseerd.

De basiseenheid van inductie is Henry, afgekort als Henry, weergegeven door de letter "H". In praktische toepassingen wordt doorgaans millihenry (mH) of microhenry (μH) als eenheid gebruikt.

De relatie daartussen is: 1H=103mH=106μH. De inductie wordt uitgedrukt door de directe standaardmethode of de kleurstandaardmethode. Bij de directe standaardmethode wordt de inductantie rechtstreeks in de vorm van tekst op de inductor gedrukt. De methode voor het lezen van de waarde is vergelijkbaar met die van de chipweerstand.

De kleurcodemethode gebruikt niet alleen de kleurenring om de inductie aan te geven, en de eenheid ervan is microhenry (μH), de inductantie weergegeven door de kleurcodemethode heeft een grotere weerstand dan de kleurcode, maar de betekenis van elke kleurring en de methode voor het lezen van de elektrische waarde zijn allemaal hetzelfde als de kleurringweerstand, maar de eenheid is anders.

De kwaliteitsfactor wordt weergegeven door de letter Q. Q wordt gedefinieerd als de verhouding van de inductieve reactantie van de spoel tot de gelijkstroomweerstand van de spoel wanneer de spoel werkt onder een bepaalde frequentie van wisselspanning. Hoe hoger de Q-waarde, hoe hoger het rendement van de inductor.

De nominale stroom wordt ook wel de nominale stroom genoemd, wat de maximaal toegestane stroom door een inductor is, en is een van de belangrijke parameters waar op moet worden gelet bij het gebruik van een inductor.

Verschillende inductanties hebben verschillende nominale stromen. Let er bij het kiezen van een inductor op dat de daadwerkelijke stroom die er doorheen vloeit de nominale stroomwaarde niet mag overschrijden, anders kan de inductor doorbranden.


Posttijd: 01-dec-2021